Woensdag 13 November 2024
Parochieel Kerkkoor Goirke - Pastoor (Mgr.) Bots

   1912: Pastoor (Mgr. ) Bots, (ook geheim kamerheer), 50 jaar priester!

1912: Pastoor (Mgr. ) Bots, (ook geheim kamerheer), 50 jaar priester!

                 Portret Mgr Bots            Portret Mgr Bots
                 Bron: Archief Parochieel Kerkkoor Goirke

DAGBLAD VAN HET ZUIDEN                                     Maandag 7 October 1912

Abonnementsprijs: in Tilburg en plaatsen waar agenten zijn gevestigd, met gratis geïllustreerd Zondagsblad: per week 10 cent.

Uitgave der Firma N. LUIJTEN.                                     Bureaux: Willem-II-straat, Tilburg.

EERSTE BLAD.

GOUDEN PRIESTERFEEST van Monseigneur J. B. BOTS. (* 1862)
Deken van Tilburg , Pastoor der Parochie ’t Goirke, Geheim-Kamerheer van Z. H. Paus Pius X, Officier in de Orde van Oranje Nassau.

6 October 1912
De lieflijke zon deed gistermorgen ’t Goirke baden in gouden licht als om de volle stemming nog te verhogen, die er heerschte over het groote feest dat stond gevierd te worden.
Het feest, van den welbeminden Hooggeachten pastoor en Deken Mgr. J. B. Bots, die zijn gouden priesterfeest herdacht.
Vroolijk wapperden alom de vlaggen en toen de klokketonen, wijd in den omtrek verkonden dat de hooge plechtigheid een aanvang ging nemen, stroomden van alle kanten honderden toe om den feestelijk versierden en verlichten tempel binnen te treden en tegenwoordig te zijn bij het dankoffer, dat de hoogbejaarde, niettemin krasse, jubilaris eigenhandig ging opdragen.
Tot in alle hoeken gevuld was reeds het kerkgebouw, toen Monseigneur Bots vergezeld van zijne Eerw. Heeren Kapelaans naar het hl. altaar schreed.
De H.H. Collectanten: J. Akkermans,de Beer, G. Eras. O. Franken, Jan Franken, Norb. Franken en P. de Rooij, gevolgd door de misdienaars en een 20-tal bruidjes, dragende schoone bloemen en palmtakken, ging den jubilaris vooraf.
De kerkmeesters de heeren: H. Eras, Adr. Franken, Jacq van Roessel en Adr. Smits sloten dezen eere escorte.


IN DE KERK.
De stampvolle kerk, de hooge gothïsche pilaren met donkere verwulfsels, de breede goudgele strepen van het zonlicht dat de vensters binnenstroomde, de betooverende pracht der altaarversieringen, de verblindende lichtschittering der electrische lampjes, dat alles maakte op de aanwezigen een diepen indruk, die nog verhoogd werd door de plechtstatige orgeltonen welke door de gewelven weerklonken.
Het altaar en priesterkoor was in een ware lust waranda herschapen, rood en geel doek in sierlijke bogen neerhangende uit de hooge gewelven als den troonhemel, sierden de wanden, prachtige tapijten zetten de altaartrappen als in Oosterse pracht, terwijl eindelijk een kost bare schat van bloemen en planten aan het geheel een levendigen aanblik verleende.
Over al die luisterijke pracht scheen een zee van electrischen licht, en tooverde voor de oogen van den toeschouwer een nog ongezien schouwspel blindend schoon.
De ontwerper, de heer J. de Beer architect en de heer Jan Fransen Azn. onder wiens leiding deze feestversiering werd uitgevoerd, mag een bijzonder woord van hulde hier zeer zeker gebracht worden.
Zij zijn er met allen in geslaagd iets niet alledaagsch tot stand te brengen, maar hebben een werk geleverd, dat wij tot heden nog niet zagen overtroffen.
Mgr. Bots verrichtte de H. Handeling met assistentie van de Wel Eerw. Heeren G. Thjssen als diaken, J. van Laarhoven als sub-diaken en E. van Kemenade , ceremoniarus.
Het zangkoor versterkt door verschillende leden der Liederentafel St. Caecilia zong op verdienstelijke wijze een vierstemmige mis van Sthele.
Onder de overtalrijke aanwezigen merkten we o.m. op drie leden van het dagelijks bestuur der gemeente: Burgemeester Raupp en de wethouders P. F. Bergmans en J. Kerstens, den heer A. Arts, lid van de Tweede Kamer, den Heer B. Mutsaers, lid der Provinciale Staten, den heer Jacq Mutsaers, lid van den gemeenteraad, den heer Mr. Dr. F. Vonk de Both, gemeentesecretaris en den heer L. H. Soontjes (Commissaris van politie).
ln het priesterkoor hadden plaats genomen de Hoog Eerw. Heer Dr. B. Eras, uit Rome en de Zeer Eerw. Heer Sprangers, pastoor te Waalwijk.
Na het Evangelie betrad de Zeer Eerw. Heer A. N. M. Mutsaers, pastoor der parochie Heuvel, den predikstoel tot het houden der feestpredikatie.
Als tekst had de gewijde spreker gekozen:
„Sicut misit me Pater et ego mit to vos” („gelijk de Vader mij gezonden heeft, zoo zend ik u”).
Spreker zegt dat met reden de parochianen dit feest zo een luisterrijke wijze vieren en dat de jubilaris zelf zijn dankoffer opdraagt voor de vele weldaden, waarmede zijn Goddelijke Meester hem 50 volle priesterjaren lang heeft overladen, in bijzonderheid voor het geluk, den zegen, de niet te noemen of te tellen genaden en hemelsche gunsten, genoten aan het alles de parochie ´t Goirke, die zich 30 jaar in het hoogheilig sacrificie, jubelt het geheele dekenaat, maar boven al jaren gelukkig heeft gevoeld onder zijnen behoedenden en leidenden herdersstaf.
50 Jaren zich met volle teugen heeft mogen laven aan de wateren des heils, haar zoo overvloedig geboden door dezen hoogvereerden priester.
Waar een beroemd schrijver gezegd heeft, dat wanneer God zijne weldaden over een volk verspreiden wil, Hij aan dat volk priesters zendt, volgens zijn hart, daar is de jubileerende herder, Mgr. Bots steeds geweest een priester naar Gods hart in den volsten zin des woords.
Wat dit beteekende, te zijn een priester naar Gods hart, zette spreker vervolgens uiteen naar aanleiding der woorden van Christus, die hij tot tekst gekozen had.
De taak van den priester is geen andere dan die van Christus zelve.
Hij is de afgezant van Christus, bestemd om Christus werk onder de menschen voort te zetten.
De priester van het Nieuwe Verbond is midden tusschen God en de menschen geplaatst om aan dezen alle weldaden van Christus priesterschap over te brengen, aan zijn medemenschen het licht des Evangelies te brengen door zijn leeraarsambt; door zijn herdersambt de vergeving der zonde, door zijn offerambt de genade van het kruisoffer mede te deelen.
Een ware priester naar Gods hart is, vervolgt spreker de jubileerende herder geweest als kapelaan te Udenhout en te ´s Bosch en als pastoor der aanzienlijke parochie ´t Goirke.
De eerbiedwaardige jubilaris ging steeds, geheel naar het hart van zijn goddellijken Meester, al weldoende rond, hij was alles voor allen om allen ter zaligheid te voeren; hij was steeds de zorgvolle en veilige gids en de bevorderaar van alle zedelijk en maatschappelijk goed, de vader der armen, de troost der bedroefden, de steun der hulp behoevenden, de beschermer der deugd, de bestrijder der ondeugd, de redder der zondaren; de liefdevolle opvoeder der jeugd; nog in zijne grijsheid roept hij, gelijk zijn Meester, de kleinen tot zich, leert hen tot Jezus komen en beminnen, geleidt hen aan zijne vaderhand naar Jezus H.Tafel en hen, niet minder dan de andere parochianen, telkens en telkens weer uitnoodigt om daar hemelsche kracht te zoeken voor den bangen strijd des levens.
En al zouden ook de menschen zwijgen, dan zullen tot lof van dezen priester naar Gods hart de steenen spreken: de parochiekerk, die hij door de mildadigheid der parochianen geholpen, met nieuwen luister omringde en tooide die reeks van groote en schoone gebouwen, welke hij stichtte of verbeterde ten behoeve van het Kath. onderwijs en de bescherming der jeugd die nieuwe tempels, wier stichting hij voorbereide.
Voor dezen, zijnen opofferenden en liefdevollen arbeid, komen -vervolgt spreker- de parochianen hem op dezen schoonen dag terecht op schitterende wijze hunne erkentelijkheid betoonen en den Heer smeeken hem nog een reeks van jaren tot hun geluk in hun midden te bewaren.
Moge deze bede verhooring vinden en zoodoende de gelegenheid worden geboden nog lang de dankbaarste liefde, de hoogste verering de trouwste aanhankelijkheid te blijven bewijzen aan dezen priester naar het hart Gods. Ten slotte zich wendende tot den gouden jubilaris, zegt spreker hem, dat hij op dezen blijden stond denkt aan de groote dingen die de Heer hém en door hem gedaan heeft, alleen om alle verdiensten en vruchten daarvan tot Hem terug te brengen.
In uw eenvoud en ootmoed eindigt spreker, zegt gij in Uw binnenste: „Non Nobis Domine”
Maar bij den dank dien gij in dit plechtig misoffer aan God brengt voor zijne kostbare gaven, stemt gij ook gewis in met het woord van den H. Martinus: “Heer indien ik voor uw volk nog noodig ben, weiger ik den arbeid niet.”
Aanvaard dan ons aller wensch: alvorens u tot het eeuwig loon op te roepen, blijve de hemel uwe krachten stalen, om als priester naar Gods hart in immer jeugdigen ouderdom nog zeer veel goeds tot stand te brengen.
De plechtigheid werd besloten met een feestcantate, voor deze gelegenheid expresselijk gedicht op een toonwerk van W. J. Reijniers.
Magistraal klonken de machtige accoorden door de hooge gewelven verkondigend Gods eer en aan lof aan den hoogen jubilaris.
Aangrijpend ook de soli en quartets voortreffelijk voorgedragen resp. door de heeren: Van lersel, P Lemmens en H. van Loon.
Toen stroomde de kerk leeg, om den jubilaris, in zijne pastorie, waar receptie gehouden werd, te complimenteren.

                                     Bron: Regionaal Archief Tilburg

Naar Boven       Terug naar overzicht 't Goirke en haar kerk


De receptie
De receptie welke Mgr. Bots na afloop der H. Mis hield, was zeer druk bezocht. Parochianen, ingezetenen, corporaties uit alle rangen en standen kwamen den jubilaris geluk wensen.
Eerst verschenen de heeren Kerkregenten uit wiens naam de heer H. Eras het woord voerde. Spreker heette het een aangename taak als oudste kerkregent en voorzitter van het feestcomité Mgr. Bots het eerst te mogen toespreken.
Vijftig jaar zijn heen gegaan, vervolgde spreker, sedert gij uwe priesterlijke bediening aanvaardde en met voldoening moogt gij op die vruchtbare reeks terugzien. Zegenrijk toch is Uw arbeid in veel opzichten geweest en daarvoor zijn wij U dankbaar.
Kalm en vastberaden hebt gij veel tot stand gebracht, wat tot heil uwer parochianen kon strekken. Als wij terugzien naar den tijd van 30 jaar geleden, wat was dan de kerk, nietig en eenvoudig en nu is zij een der schoonste der stad, een tempel die tot godsdienst stemt, luisterrijk en Gode waardig. Dat is uw werk.
Maar ook de kinderen hebben veel aan U te danken.
Daarvan getuigt het onderwijs, waarvoor gij vier scholen stichtte.
Wat gij voor de armen geweest zijt, dat weten de Vincentianen.
Dank aan uw ijver is in onze stad de geloofsovertuiging nog levendig.
Gij zijt een priester naar Gods hart geweest en de geschiedenis zal eenmaal vermelden, dat Deken Bots het aanschijn van ´t Goirke vernieuwd heeft. Dank voor dit alles namens al uw parochianen.
En als blijk van deze dankbaarheid bieden zij U een geschenk in den vorm van een stel nieuwe banken. Moget gij nog lange jaren met voldoening hierop neerzien.
Moge de gouden kroon die u thans siert hier op aarde eenmaal gevolgd worden door den diamanten diadeem en de eeuwige kroon ook hiernamaals uwe slapen sieren.

Onmiddellijk na het kerkbestuur volgden de collectanten namens wie het woord voerde de heer Jan Franken Azn.
Het was voor ons, aldus ving spreker aan, eene bijzondere eer op dezen glorievollen dag onmiddellijk na uw kerkbestuur tot u te worden toegelaten om u onze hulde te brengen.
En gaarne ben ik de tolk mijner collega´s om u onze hartelijke heilwenschen aan te bieden.
Was heden voorzeker uw hart vervuld met dankbaarheid jegens Uwen Heer en Schepper omdat Hij u 50 jaar deed werkzaam zijn in Zijnen wijngaard, ook wij hebben heden God gedankt omdat Hij van die 50 jaar, u, 30 jaar in ons midden deed verblijven in welke jaren wij zooveel van u mochten ontvangen: dank uw heiligen priesterijver, dank uw stoere werkkracht, dank uw innig medeleven met uwe parochianen waarvoor u waart de „Pastor bonus”, niet alleen in dagen van vreugde maar ook en vooral in dagen yan beproeving, als wanneer uw herderlijk woord troost en opbeuring kwam brengen.
Als gij heden, zoo ging spreker voort, al uw parochianen rondom u verenigd ziet, blijde met dit feest vierende, dan hoop ik dat ge overtuigd zult zijn, dat wij niet kunnen, niet willen vergeten, de vele weldaden welke wij van u ontvangen hebben.
Dank zijn wij u verschuldigd voor al hetgeen gij gedaan hebt ter verfraaiing en verbetering uwer parochiekerk. Ik weet het, Monseigneur, het was niet eigen glorie die u bezielde; het was de glorie van God, uwe liefde tot Jezus en zijn H. Tabernakel, maar ook omdat u wist, dat onvolmaakt als wij zijn, wij hechten aan uiterlijken glans, opdat wij daardoor zouden worden opgewekt tot een inniger sursum corda.
Dank zijn wij u verschuldigd voor al hetgeen gij hebt gedaan voor de jeugd.
De trotsche gebouwen verrezen tijdens Uw pastoorschap zij leggen getuigenis af van Uwe liefde en zorg voor de jeugd en zij roepen als het ware Uwe parochianen toe: Zendt mij Uwe kinderen en trots de vele gevaren waaraan een industriestad als Tilburg is blootgesteld zult ge bewaren het schoonste erfdeel uwer vaderen: het ware geloof.
Zoovelen zullen heden tot U komen en U hunne heilwenschen aanbieden.
Wij Uwe collectanten, wij paren onze wensen aan de hunne en wij hopen, dat God U nog moge geven velen jaren in kracht en gezondheid, opdat gij nog lang de vruchten zoudt mogen plukken van Uwen herderlijken, priesterlijken arbeid. Onder Uwe wijze leiding, hoog houdende het katholieke vaandel zullen wij Uwe volgelingen dan zijn op den weg des geloofs, beoefende naar Uw voorbeeld de Christelijke liefde, overtuigd als wij zijn U geen beter blijk van erkentelijkheid te kunnen geven.
Aanvaard Monseigneur, zoo besloot spreker zijne duidelijk uitgesproken, flink voorgedragen rede, in deze korte bewoordingen de heilwenschen Uwer collectanten.
Beide woordvoerders werden door den jubilaris met enkele woorden hartelijk gedankt.
Daarna verscheen het dagelijks Bestuur der gemeente en richtte Burgemeester Raupp het woord tot den jubilaris.
Het is spreker een genoegen zich te mogen aansluiten bij de talrijke zegewensen, den jubilaris toegestuurd.
Moge God U nog vele jaren schenken aldus spreker in het belang der gansche parochie. Wij beiden, hebben eene taak te vervullen, strekkende tot behartiging van de belangen der ingezetenen.
Gij hebt te waken voor hunne zedelijke belangen, wij voor de stoffelijke. Maar omdat de mensch bestaat uit ziel en lichaam zijn die twee onafscheidelijk.
Steeds heeft er tusschen u en ons eene voortreffelijke samenwerking geheerscht.
Moge dat zoo blijven tot heil der stad.
Monseigneur sprak als antwoord er zijne bijzondere blijdschap over uit, dat het dagelijks bestuur der stad hier verschenen was en toonde zich verblijd, dat er steeds zulk eene goede verstandhouding heeft bestaan tusschen het stadsbestuur en de geestelijkheid en hoopte zeer dat die verstandhouding ook in de toekomst mocht blijven voortduren.
Vervolgens dienden zich aan de Zeer- Eerw. Heeren Pastoors der stad, met Mgr. J. v. Gennip aan het hoofd, die onmiddellijk gevolgd werden door de leden der Vincentiusvereeniging uit wier maam de heer Adr. Franken het woord voerde.
Als president der Vereeniging van den H. ”Vincentius & Paulo” is het mij een aangename plicht in naam van allen U te complimenteeren met Uw gouden priester Jubilé. Ik doe dit met bijzondere vreugde omdat uw feest op bijzondere wijze is ook ons feest.
Als trouwe bezoeker onzer wekelijksche vergaderingen, als trouw raadsman hebt gij, jubilaris uw patroon op bijzondere wijze aan onze vereeniging verbonden en verplicht.
Hooggeachte Jubilaris, gij weet het, ik heb voor U veel meer wenschen dan ik kan uitspreken. In naam van ons allen uit ik dezen wensch: blijft nog jaren de gevierde pastoor, blijf nog jaren ook onze raadsman en moge na 10 jaren in Uw rijkbewerkte gouden priesterkroon schitteren de fijn geslepen diamant. De jubilaris antwoordde dat hij de St. Vincentiusvereeniging hoog draagt, omdat zij hem geholpen heeft, de nooden der arme parochianen zoo goed mogelijk te leenigen.
De heer A. Arts, lid van de Tweede Kamer bood als afgevaardigde van Tilburg, eveneens zijne heilwenschen aan.
Spreker deed het kort, omdat feest redenaar van heden morgen, reeds in zoo voortreffelijke woorden den lof van den jubilaris had verkond.
Maar spreker wilde toch wijzen, op den arbeid van Mgr. Bots in het belang der kath. Sociale actie in deze stad. En dan herinnert de spreker aan de stichting der scholen en andere ïnrichtingen, die hadden gestrekt tot leeniging van de menschelijike nooden.
Uit naam van het katholiek Tilburg wenschte spreker ten slotte Monseigneur toe, dat God hem de kracht mocht geven nog lange jaren zijn zegenrijke arbeid voort te zetten.
Na een dankwoord van den jubilaris traden de oud- kapelaans en priesters in de parochie geboren naar voren.
De Zeer Eerw. Pastoor Sprangers uit Waalwijk wees er op, dat hier waren samengekomen priesters van de boorden van den Tiber, de Maas en de kleine Leij, om hun oud-pastoor te huldigen.
Tot gedachtenis aan dezen dag bood spreker den jubilaris een prachtigen gouden kelk aan, daarbij wijzende op de beteekenis van den stof waaruit dit geschenk is vervaardigd, het goud dat een afbeeldsel is der liefde.
Moge dan, zeide spreker, deze kelk u een gedachtenis zijn onzer liefde tot U.
Gij ziet deze feestzaal versierd met bloemen en planten.
Maar dat alles zal verwelken en ook het goud zal vergaan. Alleen de liefde blijft.
Wil zoo, besloot spreker, wanneer gij deze kelk gebruikt onzer gedenken, ook wij zullen voor U bidden.
De jubilaris toonde zich zeer dankbaar voor het prachtige geschenk en aanvaardde het gaarne als blijk van genegenheid van hen, die vroeger hem ter zijde stonden.
Onder de talrijk belangstellenden die nog verschenen, noemen wij nog een deputatie der K.S.A. en van den Fabrikantenbond, voor wie resp. de heeren Mr. J. v. d. Mortel en Th. Donders het woord opnamen.
Te twee uur was de receptie geëindigd.

Naar Boven       Terug naar overzicht 't Goirke en haar kerk


De Aubade
Te ruim drie uur brachten de kinderen van de Leoschool, de St. Jansschool de Mariaschool, de Harmonie „Orpheus”, en de zangvereniging „La Renaissance” Mgr. Bots achtereenvolgens een serenade.
Nadat gezamenlijk een lied gezongen was bood het hoofd der Leoschool, de Eerw. Frater Chrysantus, den jubilaris een mooie foto der schooljongens aan, waarna de jonge heer G. de Kok een aanspraak hield waarin hij Mgr. dankte voor de stichting der school, het genoten onderwijs daar en vooral voor het catechismusonderwijs, van den jubilaris zelf ontvangen.
De jubilaris hoopte dat de jongens altijd even flink mochten blijven en opgroeien zooals zij gezongen hadden, als getrouwe kinderen der kerk.
Daarop verscheen de Eerw. Frater Chrysologus met de jongens der St. Jansschool die eveneens den jubilaris een lied toezongen.
Ook thans dankte Mgr hartelijk, de toezegging doende, dat hij later de school in de gelegenheid zou stellen het feest te herdenken.
De meisjes van de St. Jozef- en Mariascholen volgden hun makkertjes na in het zingen van een lied en werden daarvoor eveneens hartelijk door Mgr. dank gezegd. Ook der meisjes beloofde de jubilaris, dat hij haar later in de gelegenheid zou stellen dit feest te vieren.
De Harmonie „Orheus” bracht vervolgens „Fidélite” van Jonausc ten gehoore, waar Dr. Piters, als voorzitter tot den jubilaris het woord richtte: Wanneer in de natuur alles er op wijst dat weldra een tijd van rust aanbreekt, aldus ving spreker aan, dan doortintelt het gemoed van menig mensch van weemoedige gedachten, omdat zooveel wat de lente beloofde door den kouden noordenwind is verstijfd; omdat de verzengende hitte van den zomer zooveel heeft verdord; doch vooral omdat de grimmige water weldra zijn ijzigen en doodenden adem over de aarde zal laten gaan.
Dwingt de naderende winter ons tot nadenken over de teleurstelling en kortheid van lente en zomer; dan zal elk feest dat we op meer gevorderden leeftijd vieren; ons doen nadenken over het korte van de lente en zomer van ons leven, en zal ons een terugblik doen slaan op onze afgelegde levensbaan.
Heden Monseigneur, op den dag van uw gouden priesterfeest, hebt gij in dank uw hart uitgestort voor God, die U ´t voorrecht schonk, om in volle gezondheid dit feest te vieren, en onwillekeurig hebt gij een terugblik geslagen op uw langen priesterlijken levensweg.
Met onuitwischbare letters staat de dag in uw geheugen gegrift, dat gij voor 50 jaren, in de lente van uw leven, als jeugdig leviet vol drang naar het goede, uwe eerste schreden zette in den wijngaard des Heeren.
Levendig herinnert gij U den dag, dat gij als herder dezer parochie uwe intrede deed op ´t Goirke. Met groote voldoening roept gij heden beide data voor uw geest, en vol vreugde moogt gij terugzien op dat 50 jaren die gij tot het geestelijk welzijn der U toevertrouwden zijt werkzaam geweest. En al mengt zich bij de feestvreugde van dezen dag wellicht een weemoedige gedachte, omdat misschien in delen te van uw leven, door de koude onverschilligheid van sommigen het door U uitgestrooide zaad bij hen niet alle ontkiemde of dat het zaad opgeschoten zijnde verdorde door de verzengende hitte hunner hartstochten, het zal voor Uw een troostrijk en verblijdend teeken zijn, dat heden op uw gouden priester feest, in den herfst van uw leven, de geheele parochie met U jubelt en invulling geeft aan hare feestvreugde.
De Harmonie Orpheus aan hare traditie getrouw elk 50 jarig feest der parochie opluisterend, beschouwt het als een groote eer heden hier te verschijnen. Wilt daarom Monseigneur de aubade die wij u heden avond brengen, beschouwen als een spontane hulde als een feestgroet op uw 50 jarig priesterfeest, niet alleen van Orpheus maar van alle uwe parochianen.
Deken Bots zeide er grooten prijs op te stellen, dat “Orpheus” hem deze eer had willen aandoen. Spreker dankte daarvoor en hoopte, dat „Orpheus” hare goede gewoonte zou blijven handhaven door aller feesten op ´t Goirke op te luisteren.

De zangvereeniging „La Renaissance sloot de rij.
Nadat zij „Avondstemming” van G. Mosmans gezongen had voerde de president de heer Alb. v. Beurden het woord.
Spreker sprak ongeveer als volgt:
Monseigneur, Ook namens de zangvereniging „La Renaissance brengen wij U onze hulde op uw 50-jarig priesterfeest.
Als wij terugdenken op den door U verrichten arbeid, dan treffen wij tal van zaken aan, welke eene blijvende herinnering zullen zijn aan uw gezegenden werkkring.
Wij kunnen daarom niet nalaten enkele hiervan aan de stippen: onder andere de verschillende parochies door U gesticht, alsmede verschillende Scholen, Patronaten, Liefdegestichten enz. enz.
Vooral op het gebied van Onderwijs is door U, Monseigneur, in deze parochie zeer veel tot stand gekomen.
In een woord, in alles hebben wij uwen gezegenden arbeid mogen ondervinden.
Wij hopen dan ook, dat U nog tal van jaren het genoegen mag smaken, de vruchten te zien van al uw werken en dat na volbrachten arbeid U de vreugde des Hemels zult mogen genieten.
Ik eindig met den uitroep „LEVE MONSEIGNEUR”.
De jubilaris dankte voor de schoone woorden van hulde hem gebracht.
Spreker hoopte dat deze jeugdige vereniging mocht groeien en bloeien en nog vele jaren Goirke´s feesten met haar heerlijken zang opluisteren.
Onder het aanheffen van een „Leve lang” van G. Schellekens scheidde men.
Mgr. Bots was getoond hoe spontaan de genegenheid is, welke zijne parochianen, groot en klein, rijk en arm hem toedraagt.

Naar Boven       Terug naar overzicht 't Goirke en haar kerk


HET LOF.
De luisterrijke feestdag werd besloten met een plechtig Lof.
De Kerk was weer even vol als tijdens de ochtendplechtigheden en het altaar straalde nu eerst in zijn vollen luister.
leder was getroffen door de overheerlijke verlichting en den schat van bloemen - alle geschenken van belangstellenden- die bedwelmenden geuren uitwasemden.
Nadat het zangkoor eenige lofliederen ten gehoore had gebracht, besteeg de grijze jubilaris den kansel om een dankwoord te spreken.
Aandachtig luisterde de schare toe, naar de woorden, welke van zijne lippen vloeiden en die getuigden van innigen dank, jegens God en de menschen, die hem in zijn moeilijken arbeid hadden gesteund.
De groote en hartelijke belangstelling, aldus ving spreker aan, welke mij heden is betoond, verplichten mij tot een woord van hartgrondigen dank. De goede God, heeft 50 lange jaren geduld met mij gehad en daarom nodig ik U uit met mij Hem te danken; danken voor al de weldaden welke Hij in zijne goedertierenheid over mij heeft uitgestort.
Te danken voor het voorrecht dat Hij mij gaf een 50 jarig priesterschap. Maar welk eene verantwoordelijkheid is daardoor ook op mijne schouders geladen. Want wie veel gegeven, die zal ook over veel zich te verantwoorden hebben.
En wat zal ik antwoorden wanneer die rekenschap mij eenmaal wordt afgenomen?
Ik waardeer ten zeerste de beste bedoelingen waar mede de Zeer Eerw Heer Mutsaers mijn lof heeft verkondigd. Maar ben ik wel altijd geweest een man naar Gods hart? Heb Ik wel altijd geleefd als een goed priester en gewerkt zooals God dit van mij verwachtte?
Neen, ik heb niets gedaan dan wat ik doen moest en ben mij zeer wel bewust van vele ontrouwheden.
Moge dus Gods barmhartigheid mij genadig zijn.
Deze morgen heb ik aan God een dankoffer opgedragen voor alle zijne weldaden. Ook U wil ik niet vergeten, maar den dank brengen van mijn priesterlijk hart voor de volgzaamheid welk gij mij 30 lange jaren bewezen hebt, vooral ook voor de belangstelling op dezen dag en het kostbare geluk mij geboden. Gij verfraait er Gods huis mede en ik had er werkelijk niet op durven hopen, gedachtig de vroegere geschenken, waarvan de bieding mij nog zoo versch in het geheugen ligt.
Dank voor dat alles aan arm en rijk honderdmaal dank.
In het bijzonder dank ik evenwel de heeren Kerkregenten en collectanten en niet minder de Eerw Heeren Kapelaans voor hun aller bereidvaardige mede hulp.
Dank ten slotte aan allen die deze plechtigheid opluisterden met hun schoonen zang en de versiering aanbrachten; eene versiering getuigende van schoonheidsgevoel en Kunstsmaak.
De avond mijn levens, aldus besloot Spreker, is vergevorderd.
Maar ik neem toch nog geen afscheid.
Den korten tijd welke mij nog gegeven is, hoop ik te besteden aan Uw aller heil.
Zoo lang ik de kracht heb hoop ik te werken voor mijne kudde.
En ik uit ten slotte den hartewensch, dat wij eenmaal allen tesamen in de eeuwigheid vereenigd mogen zijn.
De plechtigheid werd gesloten met een schallend “Te Deum”, dankend en lovend den Heer, die dezen schoonen dag gaf.

Naar Boven       Terug naar overzicht 't Goirke en haar kerk


DE GESCHENKEN.
Wij zouden niet volledig zijn, wanneer we hier nog niet even een opsomming gaven van het groote aantal geschenken, hetwelk de gouden jubilaris zoo mildelijk gewerd. Wij vernoemden reeds het stel Kerkbanken der parochianen en de kostbare gouden kelk, een juweel van ciseleerkunst der Kapelaans. Maar er waren verder nog een groot aantal altaarsieraden als een altaarvaantje, stola´s, palla´s, altaarkleedjes, brevieren, enz. in hoofdzaak geschenken van de Eerw. Zusters van het gesticht O.L. Vrouw V.Barmhartigheid, Ignatiusgesticht, St. Elisabethgasthuis, St. Rochus gesticht enz.
Een en ander ging vergezeld van hartelijke gelukwenschen.
Bloemen waren er eveneens in groot aantal. Wij noteerden de namen van: Vincentius-vereeniging, R.K. Vereen. tot Bescherming van Meisjes, Thesamiersters der H. Kindsheid, St. Elisabethsvereeniging, onderwijzeressen van ´t Goirke, Dr. B. Eras, familie B. de Beer en H. Verbunt- van Dijk.
De Hoog Eerw jubilaris schonk zelf aan de Kerk een prachtig vaandel, geheel met de hand geborduurd door de Eerw. Zusters van Simpelveld.
Ten slotte noemen we nog een groen Kasuifel, waarop de beeltenis van den patroon der stad, den H. Dionysius, een geschenk van de geestelijkheid.

Naar Boven       Terug naar overzicht 't Goirke en haar kerk


SLOTWOORD.
En hiermede zijn wij gekomen aan het slot van onze taak.
Maar wij willen niet eindigen alvorens ook onzerzijds den Hoog Eerwaarden Heer Mgr. Bots, eerbiedige hulde te hebben gebracht en zijn HoogEerwaarde te hebben toegewenscht eene nog lange reeks van jaren als sieraad der kerk.
Ten slotte gevoelen wij ons genoopt in het algemeen onzen dank te betuigen aan het feestcomité voor de welwillende wijze waarmede het ons bij de vervulling onzer taak tegemoet trad.
En daarbij past dan een speciaal woord van dank aan den heer Jan Franken Azn, aan wiens prijzenswaardige medehulp wij veel verschuldigd zijn.

Naar Boven       Terug naar overzicht 't Goirke en haar kerk